De geschiedenis van Thesinge is onlosmakelijk verbonden met het klooster Germania wat hier eens heeft gestaan. De oudste, officiële, vermelding van het klooster is van 1283. In de kroniek van Emo en Menko van het klooster Wittewierum wordt in dat jaar de abt Menard(us) van Thiasingacloster genoemd. De stichting van het klooster door Hathebrand, honderd jaar eerder, is niet te bewijzen, maar aanneembaar. Het belangrijkste bewijsstuk, de Vita Sancti Hathebrandi, is echter grotendeels verloren gegaan. Een onnauwkeurige, 18e eeuwse transcriptie vermeldt het klooster Germerawald. Germania zou daar dan een latinisering van zijn. De Vita Sancti Hathebrandi, het levensverhaal van Hathebrand, in twaalf delen, is zeer waarschijnlijk pas na zijn dood geschreven, maar er is niet meer te achterhalen wanneer. In 1183 werd het moederklooster Feldwerd gesticht. Het laatste deel van de Vita Sancti Hathebrandi is aangevuld met een lijst van abten van Feldwerd, met jaartallen, lopende van 1183 tot 1198. Met gaat ervan uit dat het klooster van Thesinge in deze periode is gesticht.
Na 1400 werd in officiële geschriften het klooster niet meer aangeduid met de Latijnse naam Germania, maar wordt de naam Thiasingacloster gebezigd. Vanaf dit moment is de dorpsnaam Thesinge een feit. Ten tijde van de stichting van het klooster moet het stichtingsgebied een moerassige veenstreek zijn geweest, enigszins te vergelijken met het huidige buitendijkse kweldergebied in de buurt van Noordpolderzijl.
Tijdens de restauratie van de Kloosterkerk in 1973 bleek dat de kerk was gebouwd op houten palen, die tot in het grondwater waren geheid. Op telkens twee palen naast elkaar werd door de bouwers een boog gemetseld en daarop rustten de muren van de kloosterkerk.
Het lijkt alsof de kerk is gebouwd op een terp, maar dit is slechts schijn: de veengrond onder de kerk is nog aanwezig, rondom de kerk is die afgegraven.De kruin van Thesinge's dorpskern ligt beneden N.A.P. Thesinger veen had ten tijde van de afgravingen een zeer goede naam in de regio, vanwege de kwaliteit.
Het huidige dorp is veel later, eind 16e eeuw, rond de kloosterkerk op kloostergrond ontstaan.
Het klooster Germania werd gesticht door Cisterciënzer monniken. In de geschiedschrijving omtrent het klooster wordt ook gesproken van Benedictijnen als zijnde de stichters. In feite gaat het hier om - bijna - dezelfde kloosterorde, hetgeen de dubbele vermelding verklaart.
De Orde der Benedictijnen werd gesticht door Benedictus van Nursia (ca.480 - 547). In de 12e eeuw poogde Bernardus van Clairvaux (1091 - 1153) de in zijn ogen te sterk verwaterde kloosterregels der Benedictijnen weer aan te scherpen door het stichten van een nieuwe kloosterorde, de Cisterciënzers. Heel simpel gezegd zijn Cisterciënzers Benedictijnen, die leven volgens de oorspronkelijke regels van de stichter Benedictus.
Het klooster Germania was een zogenaamd 'dubbelklooster', een klooster met een mannen- en een vrouwenafdeling. Men woonde gescheiden. Om in te treden in de orde der Benedictijnen moest de kloosterling drie geloften afleggen: gehoorzaamheid, armoe en kuisheid en dit alles in afzondering. De kloosterling bleef bovendien voor zijn leven gebonden aan het klooster waar hij zijn intrede had gedaan (stabilitas loci). Rond 1300 waren er (nog) vijf Benedictijner kloosters in dit gebied: Feldwerd of Oldeclooster bij den Dam (=Appingedam), Rottum, Selwerd, Thesinge en Ten Boer.
Het huidige kerkgebouw is maar een schamel overblijfsel van wat eens een imposant gebouw moet zijn geweest. Een plattegrond, aanwezig in de kerk, laat de contouren zien van een grote kruiskerk.De oorspronkelijke kerk was 42 meter lang en 23 meter breed. De lengteas van de kerk wijst naar het oosten, zoals gebruikelijk. Slechts het koor is bewaard gebleven in een aangepaste vorm, daterend uit 1786. Het klooster had als patroonheilige St. Felicitas, een martelares uit de vroeg-christelijke Romeinse tijd.
Een wat overdreven, romantisch verslag uit plm. 1850 vermeldt het volgende:
"Het klooster, zegt men, had 400 schreden in de lengte en 200 in de breedte, was omringd van gracht en wal; en in het oosten met eene verhevene poort voorzien, welke des nachts geslooten werd. Het was eene volstrekte onmogelijkheid, om des nachts uit deeze sterkte te ontvluchten. Duidelijk zijn de kenteekenen van verdediging, door verschansingen als anderszins, aan de noord- en zuidzijde, binnen het vierkant nog zigtbaar; zowel de gedachte onderaardse waterleidingen als geheime uitgangen of loopgraven doen veronderstellen, dat het oude klooster bestand is geweest, om eenen hevigen aanval te kunnen wederstaan. Ook zegt de geschiedenis dat het niet zelden bezet was met eene gewapende magt, om de aanvallende partij af te slaan. Thans staan in het vierkant, waarin ook vroeger het klooster stond, 63 huizen met hoven en tuintjes, bewoond door 250 mensen."
In 1594 vond de 'Reductie' van Groningen plaats: alle kloostergoederen kwamen in handen van de Staten van Stad en Lande. In 1598 werden de gebouwen behorende tot de kloosters van Thesinge, Wittewierum, Rottum en Appingedam verkocht. De gebouwen werden bij stukjes en beetjes gesloopt en het sloopmateriaal werd gebruikt voor nieuwe gebouwen in de stad Groningen. De rentmeester der kloostergoederen, Jan Huysman, ging vergezeld van een 'kistemaker' naar de kloosters van Thesinge en Sint Annen om aldaar te 'visiteeren het beschott ofte andere materialen, dewelcke tot opmaeckinge van het provinciehuys dienstich sullen moegen wesen'. Het katholicisme en alles wat daarmee samenhing kwam onder zware druk te staan. De kloosterlingen mochten in hun kloosters blijven maar nieuwe intreders werden niet gedoogd. Het ene na het andere klooster bloedde dood, zo ook Thesinge.
Nieuwe feiten, naar aanleiding van recent (2002 en 2003) archeologisch onderzoek.
Eerste bewoning kan geplaatst worden in de eerste paar eeuwen n. Chr. In de Kapelstraat zijn in een sleuf, gegraven voor het aanleggen van riolering, zaden gevonden van vlas en hennep. Hennep deed als cultuurplant in Nederland pas zijn intrede vanaf het begin van onze jaartelling. Verder onderzoek van de sleuf duidde op veenontginning omstreeks de 11e en 12e eeuw. Ook zijn er diverse aardewerkfragmenten gevonden, waarvan de oudste dateren uit de 12e en vroeg-13e eeuw.
Het meest interessante spoor was een zes meter brede kuil, die naast mest- en kleilagen vermalen eikenschors bevatte. Dit eikenschors, run geheten, werd gebruikt voor het looien van leer. Aan de run werd water toegevoegd en dit mengsel werd in dikke lagen op dierenhuiden gesmeerd om ze te looien. Het eindproduct was een stug soort leer, dat werd gebruikt voor het maken van zolen. Het soepele bovenleer werd gelooid met o.a. mest.
In de kuil lagen diverse resten leer. De grondsporen zijn gedateerd tussen de 12e en 13e eeuw.
22 november | 20:00 uur | Dorpshuis | Toneelsvoortelling WAARK | UITVERKOCHT
Vragen of een plekje op de wachtlijst via: kaartjes@dorpshuisthesinge.com
lees verder op de pagina Cultuur over de voorstelling
22 november | 20:00 uur | Scheuvelhoes | Algemene Ledenvergadering de Scheuvel
- Home: Inloopbijeenkomst verkeersremmende maatregelen Molenweg
- Dorpsinfo: Oud papier en afvalwijzer
- Dorpsbelangen: Opening Hondenspeelveld in het Ten Boerster bos
- Bedrijven: Sandra's Trimsalon
- Trefpunt: De Contactgegevens
- Verenigingen: Oranjecomité
- Toerisme: Scheuvelhoes Drinks & Bites
- Cultuur: Kerstconcert TheSingers
- Historie: De Geschiedenis van het Dorp Thesinge
- PKN: Welkom
- Feest: Pepernotenactie
- Noaberstee: Woensdagmorgen 22 november geen Noaberstee
- Fotoprojecten: Thesinge in Beeld #3 ansichtkaartenset
- Home
- Dorpsinfo
- Dorpsbelangen
- Bedrijven
- Trefpunt
- Verenigingen
- Toerisme
- Cultuur
- Historie
- PKN
- Feest
- Noaberstee
- Fotoprojecten