Tegen het einde van de 12e eeuw is in het dorp Thesinge het Benedictinessenklooster "in Germerawald", later "Germania" gesticht. De deels nog bestaande abdijkerk verrees in de 2de helft van de 13de eeuw. Het werd een groot complex, een dubbelklooster (voor mannen en vrouwen), met gronden door de hele provincie Groningen. De kloosterlingen hielden zich onder andere bezig met waterbeheer en landontginning.

Eind 16de eeuw waren het zware tijden voor het klooster: het werd verschillende keren overvallen en vrijwel geheel verwoest. Niet veel later kwam de reductie van Groningen. Daarna hebben enkele zusters de resten van het klooster nog bewoond, maar begin 17e eeuw zijn ook deze vertrokken. De bakstenen van het klooster, in die tijd een kostbaar goed, werden hergebruikt in de stad Groningen. Van het klooster bleef alleen het koor van de kruiskerk over, en sporen die met het blote oog niet meteen te zien zijn...

En daar begint voor ons de uitdaging. Gelukkig deed de historische commissie van Thesinge, samen met de universiteit van Groningen, onderzoek naar de historie van het kloostercomplex. Daardoor zijn er al veel aanwijzingen over hoe het kloosterterrein er uitgezien kan hebben. De nieuwsgierigheid werd geprikkeld: "Wat zit er nog in de grond aan verborgen geschiedenis en hoe goed klopt de gemaakte reconstructie?"

Om de historie weer zichtbaar te maken, zijn de onderzoekers van Medusa Explorations BV, in opdracht van de historische commissie Thesinge, bezig geweest om de bodem onder het dorp zichtbaar te maken. Een groot deel van de inwoners kwam kijken hoe alle delen binnen het vermoedelijke klooster gemeten werden. Bijna geen tuin of grasveld is aan de aandacht ontsnapt.

De komende tijd wordt er gewerkt aan de interpretatie van de gegevens en de historische commissie zal daarna (of binnenkort) de opnieuw ontdekte geschiedenis van Thesinge presenteren, waar we erg naar uitkijken. Maar eerst is het tijd om digitaal te speuren!

Foto's: Wolter Karsijns
Bron: Medusa Explorations
Link naar het onderzoek: Onderzoek naar het "Tesinger Cloester"